Projectmanagement is net zo belangrijk als omvangrijk. Ondanks
dat er in diverse studies verschillende verhandelingen over dit onderwerp al bestaan, kan ik niet achterblijven om ook mijn benadering van projecten neer te schrijven. UIteraard put in mijn blogs uitsluitend uit eigen kennis en ervaringen. In deze inleidende paper bekijk ik de verkennende voorfase en geef hierop mijn benadering.
Empirie als vertrekpunt.
Wanneer ik een project definieer als de organisatie van tijd en resources om een doel te bereiken, dan geef ik (althans in mijn benadering) daarmee aan dat een project de beweging
of handeling is. Ik geef aan dat tijd en middelen, omstandigheden zijn die de beweging
beïnvloeden. Door organiseren zal het doel bereikt worden, omdat de beweging op het doel is gericht. Bereiken van het doel is dus het optreden van een verschijnsel, omdat het totaal aan gewenste omstandigheden aanwezig zijn, die nodig zijn om tot dat gevolg te komen. Organiseren van omstandigheden ontstaat uit een verzameling van afspraken. Afhankelijk van de
grootte van het project kunnen afspraken als deelprojecten beschouwd worden.
dat er in diverse studies verschillende verhandelingen over dit onderwerp al bestaan, kan ik niet achterblijven om ook mijn benadering van projecten neer te schrijven. UIteraard put in mijn blogs uitsluitend uit eigen kennis en ervaringen. In deze inleidende paper bekijk ik de verkennende voorfase en geef hierop mijn benadering.
Empirie als vertrekpunt.
Wanneer ik een project definieer als de organisatie van tijd en resources om een doel te bereiken, dan geef ik (althans in mijn benadering) daarmee aan dat een project de beweging
of handeling is. Ik geef aan dat tijd en middelen, omstandigheden zijn die de beweging
beïnvloeden. Door organiseren zal het doel bereikt worden, omdat de beweging op het doel is gericht. Bereiken van het doel is dus het optreden van een verschijnsel, omdat het totaal aan gewenste omstandigheden aanwezig zijn, die nodig zijn om tot dat gevolg te komen. Organiseren van omstandigheden ontstaat uit een verzameling van afspraken. Afhankelijk van de
grootte van het project kunnen afspraken als deelprojecten beschouwd worden.
Om tot een vlam te komen heb ik wrijvingswarmte nodig. Ik zal dus een beweging moeten maken met het strijken van bijvoorbeeld een ijzer-fosforverbinding binnen de omstandigheid dat deze warmte ook ten goede komt van een ontsteking. Bijvoorbeeld door niet te veel wind. Deze ontsteking moet een drager hebben. Bijvoorbeeld hooi of hout. Als al deze omstandigheden aanwezig zijn zal dat leiden tot een vlam. De vlam zal niet het doel zijn. Zelfs niet het vuur om een pan op te warmen, zodat de soep warm wordt. Het doel is mijn lichaam efficiënt te voorzien van energie, omdat ik anders niet overleef. Mijn doel is niets minder dan het leven.
Er moet een noodzaak gelden voor doelstellingen waaraan een project wordt gehangen. Die noodzaak moet bekend zijn bij alle deelnemers die werken binnen de organisatie van het project. De dragers van een of meerdere omstandigheden. Voor het succes van een project zie ik het als een voorwaarde om zo vroeg mogelijk deelnemers te betrekken bij de vorming van het doel. Of er is ruimte voor creativiteit, zodat doelstellingen draagbaar worden.
Doelstelling moet noodzaak zijn voor alle deelnemers. Omdat het projectresultaat een gevolg is van de aanwezigheid van de juiste omstandigheden is de gewenste omstandigheid idealiter ook de wens van de deeleigenaar. Om dit te bereiken ontstaat de wens uit de persoonlijke kwaliteiten van deelnemers.
Samenstelling van een team.
De keuze van de juiste deelnemers met hun rol is een belangrijke taak van een projectmanager. Om een optimaal resultaat te bereiken moet worden gekeken welke eigenschappen nodig zijn om binnen het creatieve proces, wat ik als onvermijdbaar element zie, tot een eenduidige richting te komen. Beïnvloeders zijn overige resources zoals tijd, budget maar ook het gegeven
besluitniveau,prioriteit en positie binnen het project een rol.
De keuze van de juiste deelnemers met hun rol is een belangrijke taak van een projectmanager. Om een optimaal resultaat te bereiken moet worden gekeken welke eigenschappen nodig zijn om binnen het creatieve proces, wat ik als onvermijdbaar element zie, tot een eenduidige richting te komen. Beïnvloeders zijn overige resources zoals tijd, budget maar ook het gegeven
besluitniveau,prioriteit en positie binnen het project een rol.
Moderator: Houdt de lijn vast en vertaalt, toetst en combineert individuele ideëen naar
gemeenschappelijke delers die in dienst staan van randvoorwaarden waaraan de uitkomst moet voldoen. Het heeft immers geen nut om met iets te komen wat niet te verwezelijken is. In
vergelijking tot een facilitator begrenst hij. Vragen die van een Moderator komen zijn: Hoe?
Facilitator: Biedt ruimte en tijd door inzicht in en begrip van de deelnemers. Heeft geen
beperkingen door onmogelijkheden. Stimuleert en haalt drempels weg die een proces belemmert. Het verschil met een moderator is dat de moderator proces stuurt en een facilitator openingen zoekt om tot maximale bijdrage te komen van elke deelnemer. Vragen die vanuit een Facilitator komen zijn: Wat? Wanneer?
Aanjager: Daagt uit. Stelt kritische vragen. Geeft opbouw en platform dat leidt tot nadenken. In
vergelijking tot de facilitator voegt hij toe door interpretatie te geven of nieuwe problemen te vormen. Vragen die vanuit een aanjager komen zijn: Waarom?
Communicator: Zorgt voor een gemeenschappelijke taal. Lijkt op de moderator, maar heeft niet de sturing en zit meer tussen alle rollen in. Hij neemt de rollen waar vanuit een helicopterview en brengt vanuit een metapositie verslag uit. Vragen die vanuit de communicator komen zijn meer parafraserend. Samenvattend?
Wilt u meer weten over dit onderwerp. Schrijft u dan in voor de nieuwsbrieven.
gemeenschappelijke delers die in dienst staan van randvoorwaarden waaraan de uitkomst moet voldoen. Het heeft immers geen nut om met iets te komen wat niet te verwezelijken is. In
vergelijking tot een facilitator begrenst hij. Vragen die van een Moderator komen zijn: Hoe?
Facilitator: Biedt ruimte en tijd door inzicht in en begrip van de deelnemers. Heeft geen
beperkingen door onmogelijkheden. Stimuleert en haalt drempels weg die een proces belemmert. Het verschil met een moderator is dat de moderator proces stuurt en een facilitator openingen zoekt om tot maximale bijdrage te komen van elke deelnemer. Vragen die vanuit een Facilitator komen zijn: Wat? Wanneer?
Aanjager: Daagt uit. Stelt kritische vragen. Geeft opbouw en platform dat leidt tot nadenken. In
vergelijking tot de facilitator voegt hij toe door interpretatie te geven of nieuwe problemen te vormen. Vragen die vanuit een aanjager komen zijn: Waarom?
Communicator: Zorgt voor een gemeenschappelijke taal. Lijkt op de moderator, maar heeft niet de sturing en zit meer tussen alle rollen in. Hij neemt de rollen waar vanuit een helicopterview en brengt vanuit een metapositie verslag uit. Vragen die vanuit de communicator komen zijn meer parafraserend. Samenvattend?
Wilt u meer weten over dit onderwerp. Schrijft u dan in voor de nieuwsbrieven.